Meer nachtelijk vertier bood de jacht op Springhazen. Deze grappige wezentjes zijn knaagdieren, maar lijken wel een kangoeroe gewassen op 60°. Met de .22 en de lamp moesten ze eraan geloven, want ze brengen grote schade toe aan de weinige groenten die ze er kunnen kweken …
De laatste dag gingen we in een bergmassief iets noordelijker op wrattenzwijnjacht. Op een gegeven moment ziet m’n kameraad iets grijs zo’n 35 meter voor ons liggen. Tot grote schrik van de gids bleek het een witte neushoorn te zijn. De neushoorn werd snel wakker, en bleek nog vrouw en kind bij zich te hebben.
Ik wisselde van magazijn naar Solids, en wou wat foto’s trekken, maar de gids was echt wit aan ’t wegtrekken. Ik vond dat raar, want wanneer er gevaarlijke dieren in de buurt zijn zou ik toch verwachten dat hij zelf ook een wapen zou dragen, wat niet het geval was. Na voorzichtig te zijn weggeslopen vertelde hij evenwel dat die neushoorn de nijging heeft de mensen de bomen in te jagen, in het beste geval … Chance gehad!
Zoals vorig jaar eindigde het verhaal met de verkiezing van de beste Grootwildjagter van dit jaar. Pierre genoot deze eer voor drie jaar, ikzelf vorig jaar, nu was Jan een de beurt.
De trofee was … euh … een soort tap waarbij iets geestrijks uit het scotum van een springbok loopt.
Of hij dat thuis aan de muur zal mogen hangen van zijn betere helft?
Dit is het zo’n beetje. Ik wacht nog op de foto’s van de wrattenzwijnen, de Blesbokken en het Blauwe Wildebeest die de laatste dag nog geschoten werden, maar die zullen dan nog moeten volgen …